Råb in het nederlands

Vertaling: råb, Woordenboek: deens » nederlands

Brontaal:
deens
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
joelen, heten, schreeuw, opbellen, benoemen, schreeuwen, noemen, wenen, kreet, blèren, roep, schreien, gieren, roepen, brullen, huilen, geroep
Råb in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • rytter in het nederlands - ruiter, rijder, renner, rider, berijder
  • rå in het nederlands - ruw, onbehouwen, bot, ruig, snauwerig, cru, grof, ...
  • råbe in het nederlands - gil, gieren, huilen, wenen, noemen, schreeuwen, gillen, ...
  • råd in het nederlands - raad, pleitbezorger, advies, adviseren, aankondigen, bekendmaken, verdediger, ...
Willekeurige woorden
Råb in het nederlands - Woordenboek: deens » nederlands
Vertalingen: joelen, heten, schreeuw, opbellen, benoemen, schreeuwen, noemen, wenen, kreet, blèren, roep, schreien, gieren, roepen, brullen, huilen, geroep