Benoemen in het deens

Vertaling: benoemen, Woordenboek: nederlands » deens

Brontaal:
nederlands
Doeltaal:
deens
Vertalingen:
kalde, råb, navn, råbe, ringe, opkald, telefonere, skrig, skrige, udpege, udnævne, udpeger, udnævner, at udpege
Benoemen in het deens
Verwante woorden
Andere Talen

Verwante woorden: benoemen

benoemen antoniemen, benoemen betekenis, benoemen burgemeester, benoemen engels, benoemen grammatica, benoemen talen woordenboek deens, benoemen in het deens

Vertalingen

  • benijden in het deens - misunde, misundelse, misundt
  • benodigd in het deens - nødvendig, fornøden, nødvendigt, nødvendige, er nødvendigt, er nødvendige
  • benoeming in het deens - nomade, aftale, tid, udnævnelse, udnævnelsen, udpegelse
  • benoorden in het deens - ovenfor, oven, nord, North, nordlige, i North
Willekeurige woorden
Benoemen in het deens - Woordenboek: nederlands » deens
Vertalingen: kalde, råb, navn, råbe, ringe, opkald, telefonere, skrig, skrige, udpege, udnævne, udpeger, udnævner, at udpege