Udgang in het nederlands

Vertaling: udgang, Woordenboek: deens » nederlands

Brontaal:
deens
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
uitgifte, uitgeven, uitslag, effecten, gevolg, consequentie, afkondiging, nazaat, uitgang, bevinding, afloop, uitgaan, uitweg, loot, uitkomst, vertrekken, uitvoer, productie, vermogen
Udgang in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • udfordre in het nederlands - veroorzaken, uitlokken, trotseren, tergen, ophitsen, irriteren, uitdagen, ...
  • udføre in het nederlands - uitvoeren, gift, uitrichten, gunnen, aangeven, wijzen, presenteren, ...
  • udgifter in het nederlands - besteding, verbruik, uitgaven, consumptie, vertering, kosten, lasten, ...
  • udgive in het nederlands - emitteren, gevolg, nazaat, uitvloeisel, afrit, afstammeling, openbaarmaking, ...
Willekeurige woorden
Udgang in het nederlands - Woordenboek: deens » nederlands
Vertalingen: uitgifte, uitgeven, uitslag, effecten, gevolg, consequentie, afkondiging, nazaat, uitgang, bevinding, afloop, uitgaan, uitweg, loot, uitkomst, vertrekken, uitvoer, productie, vermogen