Ablegen in het nederlands

Vertaling: ablegen, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
winkel, voorraad, depot, pakhuis, zaak, stock, opslagplaats, magazijn, opslaan, boetiek, opslag, Store
Ablegen in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • ablaut in het nederlands - de ablaut
  • ableben in het nederlands - leven, wonen, te leven, woont, leeft
  • ablegend in het nederlands - staat, kunnen, in staat, kan, staat zijn
  • ableger in het nederlands - aanvang, eind, aardlaag, laag, intrede, begin, afstand, ...
Willekeurige woorden
Ablegen in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: winkel, voorraad, depot, pakhuis, zaak, stock, opslagplaats, magazijn, opslaan, boetiek, opslag, Store