Winkel in het duits
Vertaling: winkel, Woordenboek: nederlands » duits
Brontaal:
nederlands
Doeltaal:
duits
Vertalingen:
magazin, warenhaus, bahnbetriebswerk, speicherung, geschäft, lagerung, depot, laden, einzelhandelsgeschäft, vorrat, boutique, werkstatt, aufbewahrung, lager, ablegen, lagern, Geschäft, Laden, Werkstatt, Shop
Verwante woorden
Andere Talen
Verwante woorden: winkel
action, action winkel, anwb, anwb winkel, biologische winkel, winkel talen woordenboek duits, winkel in het duits
Vertalingen
- windsel in het duits - piste, entkleiden, streifen, bindung, einband, leiste, band, ...
- wingerd in het duits - traube, weinbeere, weinstock, weintraube, weinrebe, kartätsche, rebe, ...
- winkelier in het duits - ladenbesitzer, ladeninhaber, geschäftsinhaber, Ladenbesitzer, Ladeninhaber
- winnaar in het duits - gewinner, siegestor, sieger, Sieger, Gewinner, in Festivals, Träger
Willekeurige woorden
Winkel in het duits - Woordenboek: nederlands » duits
Vertalingen: magazin, warenhaus, bahnbetriebswerk, speicherung, geschäft, lagerung, depot, laden, einzelhandelsgeschäft, vorrat, boutique, werkstatt, aufbewahrung, lager, ablegen, lagern, Geschäft, Laden, Werkstatt, Shop
Vertalingen: magazin, warenhaus, bahnbetriebswerk, speicherung, geschäft, lagerung, depot, laden, einzelhandelsgeschäft, vorrat, boutique, werkstatt, aufbewahrung, lager, ablegen, lagern, Geschäft, Laden, Werkstatt, Shop