Absturz in het nederlands
Vertaling: absturz, Woordenboek: duits » nederlands
Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
afdaling, schemer, schemering, storten, vallen, uitvallen, val, neervallen, herfst, najaar, verschieten, neerdaling, afvallen, schemerdonker, botsing, krach, neerstorten, ineenstorting
Verwante woorden
Vertalingen
- abstumpfen in het nederlands - stomp, bot, eerlijk, oprecht, stompe, botte, blunt
- abstumpfend in het nederlands - deadening, demping, afstomping, dodelijk, een isolerend
- abstände in het nederlands - afstanden, afstand, Alle Afstanden, de afstanden, afstanden die
- abstürze in het nederlands - crashes, crasht, ongevallen, botsingen, vastloopt
Willekeurige woorden
Absturz in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: afdaling, schemer, schemering, storten, vallen, uitvallen, val, neervallen, herfst, najaar, verschieten, neerdaling, afvallen, schemerdonker, botsing, krach, neerstorten, ineenstorting
Vertalingen: afdaling, schemer, schemering, storten, vallen, uitvallen, val, neervallen, herfst, najaar, verschieten, neerdaling, afvallen, schemerdonker, botsing, krach, neerstorten, ineenstorting