Storten in het duits
Vertaling: storten, Woordenboek: nederlands » duits
Brontaal:
nederlands
Doeltaal:
duits
Vertalingen:
verringern, absturz, zwielicht, abstürzen, sturz, abhang, gefälle, vermindern, kapitulation, absinken, lohn, stürzen, untergang, fallen, herbst, besoldung, Anzahlung, Kaution, Hinterlegung, Ablagerung, Pfand
Verwante woorden
Andere Talen
Verwante woorden: storten
abn amro storten, abn geld storten, abn storten, beton, beton storten, storten talen woordenboek duits, storten in het duits
Vertalingen
- stormwind in het duits - sturm, wüten, toben, Wirbelwind, Wirbelsturm, Wirbel
- stortbad in het duits - dusche, regenschauer, schauer, Dusche, Dusch, Regen, Schauer
- storting in het duits - bezahlung, vergütung, entgelt, entlohnung, zahlung, abzahlung, Anzahlung, ...
- stortplaats in het duits - sauladen, schutthaufen, mundstück, auszug, trinkgeld, kippe, dreckloch, ...
Willekeurige woorden
Storten in het duits - Woordenboek: nederlands » duits
Vertalingen: verringern, absturz, zwielicht, abstürzen, sturz, abhang, gefälle, vermindern, kapitulation, absinken, lohn, stürzen, untergang, fallen, herbst, besoldung, Anzahlung, Kaution, Hinterlegung, Ablagerung, Pfand
Vertalingen: verringern, absturz, zwielicht, abstürzen, sturz, abhang, gefälle, vermindern, kapitulation, absinken, lohn, stürzen, untergang, fallen, herbst, besoldung, Anzahlung, Kaution, Hinterlegung, Ablagerung, Pfand