Anbruch in het nederlands

Vertaling: anbruch, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
schemer, neervallen, aanvang, schemerdonker, morgenrood, herfst, aanhef, verschieten, neerdaling, vallen, storten, welput, afvallen, najaar, begin, dageraad, aanbreken, zonsopgang, de dageraad, dawn
Anbruch in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • anblitzend in het nederlands - schreeuwend, verblindend, schril, flagrante, oog springende
  • anbringen in het nederlands - situeren, leggen, plaatsen, installeren, te installeren, installeert, geïnstalleerd, ...
  • anbrüche in het nederlands - fractuur, breuk, fracturen, breuken, breken
  • and in het nederlands - en, en de, en het
Willekeurige woorden
Anbruch in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: schemer, neervallen, aanvang, schemerdonker, morgenrood, herfst, aanhef, verschieten, neerdaling, vallen, storten, welput, afvallen, najaar, begin, dageraad, aanbreken, zonsopgang, de dageraad, dawn