Anfall in het nederlands
Vertaling: anfall, Woordenboek: duits » nederlands
Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
passen, beroerte, tackelen, deugen, krenken, aanval, aanbrengen, afstemmen, aangrijpen, aanvallen, geschikt, aanpassen, voegen, affronteren, adapteren, aantasten, toepasselijk, toepassing, van toepassing, toepasselijke, toepassing zijn
Verwante woorden
Vertalingen
- anfahrtsbeschreibung in het nederlands - hoe ons te, hoe ons, hoe kunt u ons, hoe u ons, hoe u ons kunt
- anfahrtsweg in het nederlands - besturen, reis, rijden, campagne, toer, veldtocht, drijven, ...
- anfallend in het nederlands - rekenen, Laad, aanrekenen, opladen, te laden
- anfang in het nederlands - geboorte, aanbinden, ontstaan, eerste, summum, kwel, tip, ...
Willekeurige woorden
Anfall in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: passen, beroerte, tackelen, deugen, krenken, aanval, aanbrengen, afstemmen, aangrijpen, aanvallen, geschikt, aanpassen, voegen, affronteren, adapteren, aantasten, toepasselijk, toepassing, van toepassing, toepasselijke, toepassing zijn
Vertalingen: passen, beroerte, tackelen, deugen, krenken, aanval, aanbrengen, afstemmen, aangrijpen, aanvallen, geschikt, aanpassen, voegen, affronteren, adapteren, aantasten, toepasselijk, toepassing, van toepassing, toepasselijke, toepassing zijn