Büro in het nederlands

Vertaling: büro, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:

duits

Doeltaal:

nederlands

Vertalingen:

manier, bureau, autoriteit, werkkring, wijze, bureel, betrekking, kantoor, bevoegdheid, gezag, machtiging, volmacht, mandaat, baan, ambt, trant, office, zetel

Verwante woorden

manier in het duits

bureau in het duits

autoriteit in het duits

werkkring in het duits

wijze in het duits

bureel in het duits

betrekking in het duits

kantoor in het duits

bevoegdheid in het duits

gezag in het duits

machtiging in het duits

volmacht in het duits

Vertalingen

bürgschaft in het nederlands - garantie, waarborgen, zekerheid, waarborg, garanderen, obligatie, verzekeren, ...
bürgschaften in het nederlands - zekerheden, borgstellingen, borgen, gevraagde zekerheden, borgtochten
büroangestellte in het nederlands - kantoorbediende, bediende, kantoormedewerker, kantoor werknemer, beambte, office werknemer
büroangestellter in het nederlands - kantoorbediende, bediende, kantoormedewerker, kantoor werknemer, beambte, office werknemer

Willekeurige woorden

behalen in het engels

constructie in het engels

industrie in het engels

thee in het engels

Büro in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: manier, bureau, autoriteit, werkkring, wijze, bureel, betrekking, kantoor, bevoegdheid, gezag, machtiging, volmacht, mandaat, baan, ambt, trant, office, zetel