Belegen in het nederlands - Vertaling / Woordenboek duits

Vertaling: belegen, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:

duits

Doeltaal:

nederlands

Vertalingen:

usance, benutten, zetten, toepassing, doorvoeren, gewoonte, ambt, aandoen, opleggen, aanwending, honk, doelstelling, toepassen, functie, gebruik, gebruiken, bezetten, innemen, te bezetten, beslag nemen, delen en het

Verwante woorden

usance in het duits

benutten in het duits

zetten in het duits

toepassing in het duits

doorvoeren in het duits

gewoonte in het duits

ambt in het duits

aandoen in het duits

opleggen in het duits

aanwending in het duits

honk in het duits

doelstelling in het duits

toepassen in het duits

functie in het duits

gebruik in het duits

gebruiken in het duits

Vertalingen

beleg in het nederlands - akte, adstrueren, staven, bescheid, bedrijf, teken, schriftuur, ...
belege in het nederlands - bewijsmateriaal, bewijzen, bewijs, aanwijzingen, gegevens
belegend in het nederlands - bezetten, bezettende, het bezetten, het bezetten van, bezetten van
belegnagel in het nederlands - kegel, speld, naald, slip, misstap, uitglijden, slippen, ...

Willekeurige woorden

geneeskundig in het engels

millennium in het engels

sterfgeval in het engels

worden in het engels

Belegen in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: usance, benutten, zetten, toepassing, doorvoeren, gewoonte, ambt, aandoen, opleggen, aanwending, honk, doelstelling, toepassen, functie, gebruik, gebruiken, bezetten, innemen, te bezetten, beslag nemen, delen en het