Opleggen in het duits
Vertaling: opleggen, Woordenboek: nederlands » duits
Brontaal:
nederlands
Doeltaal:
duits
Vertalingen:
brauchen, gewohnheit, gepflogenheit, brauch, gebrauch, beschäftigung, erzwingen, belegen, verwendung, anlegen, benutzung, anwendung, sitte, verwendungszweck, benutzen, zutreffen, verhängen, auferlegen, aufzwingen, erheben, aufzuerlegen
Verwante woorden
Andere Talen
Verwante woorden: opleggen
opleggen antoniemen, opleggen betekenis, opleggen bouwstop, opleggen contactverbod, opleggen dwangsom, opleggen talen woordenboek duits, opleggen in het duits
Vertalingen
- opkweken in het duits - gesäß, po, warenmarkt, pflanzen, aufziehen, kehrseite, zucht, ...
- oplappen in het duits - reparieren, heilen, ausbessern, Flicken, Fleck, Stelle, Patch
- oplegger in het duits - trailer, nachspann, filmende, anhänger, Anhänger, Trailer, Anhängers
- opleiden in het duits - po, karawane, erhöhung, hervorrufen, zielen, wiederbeleben, lupfen, ...
Willekeurige woorden
Opleggen in het duits - Woordenboek: nederlands » duits
Vertalingen: brauchen, gewohnheit, gepflogenheit, brauch, gebrauch, beschäftigung, erzwingen, belegen, verwendung, anlegen, benutzung, anwendung, sitte, verwendungszweck, benutzen, zutreffen, verhängen, auferlegen, aufzwingen, erheben, aufzuerlegen
Vertalingen: brauchen, gewohnheit, gepflogenheit, brauch, gebrauch, beschäftigung, erzwingen, belegen, verwendung, anlegen, benutzung, anwendung, sitte, verwendungszweck, benutzen, zutreffen, verhängen, auferlegen, aufzwingen, erheben, aufzuerlegen