Deckel in het nederlands

Vertaling: deckel, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
omslag, dekken, deksel, muts, zeef, schut, ooglid, baret, kapje, geheim, hoed, bedekking, beeldscherm, bedekken, pet, beleggen, dekking
Deckel in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • deckchen in het nederlands - mat, matje, Passepartout, mat van, de mat
  • decke in het nederlands - bedekken, deken, overjas, deksel, omslag, hoogtegrens, zolder, ...
  • decken in het nederlands - tegel, bedekken, plavuis, deksel, sein, zegel, dekken, ...
  • deckenbeleuchtung in het nederlands - luik, patrijspoort, dakraam, deksel, afdekking, hoes, omslag, ...
Willekeurige woorden
Deckel in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: omslag, dekken, deksel, muts, zeef, schut, ooglid, baret, kapje, geheim, hoed, bedekking, beeldscherm, bedekken, pet, beleggen, dekking