Deduzieren in het nederlands

Vertaling: deduzieren, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
wegnemen, aftappen, afleiden, ritsen, rissen, concluderen, afhalen, aftrekken, deduceren, besluiten, abstraheren, afgeleid, af te leiden, worden afgeleid
Deduzieren in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • deduktiv in het nederlands - deductief, deductieve, van deductieve, de deductieve, deductie
  • deduktive in het nederlands - deductief, deductieve, van deductieve, de deductieve, deductie
  • deeskalation in het nederlands - de-
  • defekt in het nederlands - ziektekiem, gebrek, wandluis, gemis, euvel, vergissing, fout, ...
Willekeurige woorden
Deduzieren in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: wegnemen, aftappen, afleiden, ritsen, rissen, concluderen, afhalen, aftrekken, deduceren, besluiten, abstraheren, afgeleid, af te leiden, worden afgeleid