Deduceren in het duits
Vertaling: deduceren, Woordenboek: nederlands » duits
Brontaal:
nederlands
Doeltaal:
duits
Vertalingen:
anhäufen, deduzieren, versammeln, kumulieren, folgern, ansammeln, sammeln, ableiten, abzuleiten, abgeleitet
Verwante woorden
Andere Talen
Verwante woorden: deduceren
deduceren antoniemen, deduceren betekenis, deduceren engels, deduceren grammatica, deduceren induceren, deduceren talen woordenboek duits, deduceren in het duits
Vertalingen
- decreet in het duits - auftrag, bestellung, einschätzen, organisation, kommando, befehl, anordnen, ...
- decreteren in het duits - verordnen, verfügung, verordnung, dekret, Dekret, Verordnung, Erlass, ...
- deeg in het duits - marie, pinkepinke, kies, zaster, kohle, auswuchtpflaster, teig, ...
- deel in het duits - bereich, opus, sondern, scherbe, trennen, einzelteil, offizier, ...
Willekeurige woorden
Deduceren in het duits - Woordenboek: nederlands » duits
Vertalingen: anhäufen, deduzieren, versammeln, kumulieren, folgern, ansammeln, sammeln, ableiten, abzuleiten, abgeleitet
Vertalingen: anhäufen, deduzieren, versammeln, kumulieren, folgern, ansammeln, sammeln, ableiten, abzuleiten, abgeleitet