Festmachen in het nederlands

Vertaling: festmachen, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:

duits

Doeltaal:

nederlands

Vertalingen:

vastmaken, verzekerd, maken, aandraaien, opknappen, beletsel, repareren, vast, vastleggen, bepalen, vaststellen, fixeren, waarborgen, verstellen, verhelpen, monteren, Moor, veen, aanmeren, hei, heide

Verwante woorden

vastmaken in het duits

verzekerd in het duits

maken in het duits

aandraaien in het duits

opknappen in het duits

beletsel in het duits

repareren in het duits

vast in het duits

vastleggen in het duits

bepalen in het duits

vaststellen in het duits

fixeren in het duits

waarborgen in het duits

verstellen in het duits

verhelpen in het duits

monteren in het duits

Vertalingen

festlichkeit in het nederlands - feest, gelag, festijn, banket, feestmaal, smulpartij, viering, ...
festlichkeiten in het nederlands - festiviteiten, feestelijkheden, feesten, feest, feestelijke
festnageln in het nederlands - nagel, nagelen, spijker, draadnagel, spijkeren, nail, namen, ...

Willekeurige woorden

ontploffing in het engels

slachtoffer in het engels

tapijten in het engels

Festmachen in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: vastmaken, verzekerd, maken, aandraaien, opknappen, beletsel, repareren, vast, vastleggen, bepalen, vaststellen, fixeren, waarborgen, verstellen, verhelpen, monteren, Moor, veen, aanmeren, hei, heide