Gewöhnlich in het nederlands
Vertaling: gewöhnlich, Woordenboek: duits » nederlands
Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
afgezaagd, vulgair, steevast, gering, onbenullig, doorgaans, alledaags, overwegend, triviaal, regelmatig, nietszeggend, gebruikelijk, klein, grotendeels, merendeels, gewoonte, gewoonlijk, meestal, vaak, algemeen
Verwante woorden
Vertalingen
- gewöhnen in het nederlands - plegen, gewennen, wennen, te wennen, accustom, wennen de
- gewöhnend in het nederlands - habituating
- gewöhnliche in het nederlands - gewoonlijk, gewoon, het gewone, gewone, normale, de gewone
- gewöhnlichste in het nederlands - meest voorkomende, meest gebruikte, meest, meest gebruikelijke, gemeenschappelijkste
Willekeurige woorden
Gewöhnlich in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: afgezaagd, vulgair, steevast, gering, onbenullig, doorgaans, alledaags, overwegend, triviaal, regelmatig, nietszeggend, gebruikelijk, klein, grotendeels, merendeels, gewoonte, gewoonlijk, meestal, vaak, algemeen
Vertalingen: afgezaagd, vulgair, steevast, gering, onbenullig, doorgaans, alledaags, overwegend, triviaal, regelmatig, nietszeggend, gebruikelijk, klein, grotendeels, merendeels, gewoonte, gewoonlijk, meestal, vaak, algemeen