Insult in het nederlands
Vertaling: insult, Woordenboek: duits » nederlands
Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
beledigen, affronteren, krenken, belediging, belediging van, beledigingen
Vertalingen
- insulaner in het nederlands - eilandbewoner, Islander, eilandbewonervrouw, Oceanisch, eilander
- insular in het nederlands - eiland-, bekrompen, insulaire, eilanden
- inszenieren in het nederlands - present, fase, stadie, bestuur, podium, kwartier, introduceren, ...
- inszenierte in het nederlands - geënsceneerd, geënsceneerde, opgevoerd, gefaseerde, georganiseerd
Willekeurige woorden
Insult in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: beledigen, affronteren, krenken, belediging, belediging van, beledigingen
Vertalingen: beledigen, affronteren, krenken, belediging, belediging van, beledigingen