Konstruieren in het nederlands

konstitution in het nederlands - samenstelling, grondwet, constitutie, Constitution, statuten
konstitutiv in het nederlands - organiek, grondwettelijk, element, organisch, beginsel, constitutioneel, bestanddeel, ...
konstruierend in het nederlands - construeren, Constructing, Het construeren, construeren van, Het construeren van
konstruiert in het nederlands - gebouwd, geconstrueerd, opgebouwd, vervaardigd, gemaakt

Willekeurige woorden

enorm

mysterieus

arbeidsongeschiktheid

pekelen in het engels

plakkerig in het engels

Konstruieren in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: fabriceren, industrie, maken, metselen, vervaardigen, aanmaken, begrip, construeren, bouwen, aanleggen, te bouwen, te construeren, construct