Bouwen in het duits
Vertaling: bouwen, Woordenboek: nederlands » duits
Brontaal:
nederlands
Doeltaal:
duits
Vertalingen:
ausführung, fabrikat, pissen, kochen, pinkeln, produzieren, verursachen, machen, erregen, gehaltszulage, hochheben, eintreffen, herstellen, wiederbeleben, gestalten, verdienen, zu bauen, bauen, aufbauen, zum Aufbau, aufzubauen
Verwante woorden
Andere Talen
Verwante woorden: bouwen
blokken, blokken bouwen, bouwen aan de zorg, bouwen antoniemen, bouwen engels, bouwen talen woordenboek duits, bouwen in het duits
Vertalingen
- bourgeoisie in het duits - bürgertum, Bourgeoisie, Bürgertum, Bürgertums
- bouw in het duits - leinwand, rahmenwerk, gefüge, modell, errichtung, rahmen, kultur, ...
- bouwkunde in het duits - baukunst, bauweise, baufach, bauwesen, Maschinenbau, Technik, Ingenieurwesen, ...
- bouwkunst in het duits - bauwesen, baukunst, baufach, bauweise, Architektur, der Architektur
Willekeurige woorden
Bouwen in het duits - Woordenboek: nederlands » duits
Vertalingen: ausführung, fabrikat, pissen, kochen, pinkeln, produzieren, verursachen, machen, erregen, gehaltszulage, hochheben, eintreffen, herstellen, wiederbeleben, gestalten, verdienen, zu bauen, bauen, aufbauen, zum Aufbau, aufzubauen
Vertalingen: ausführung, fabrikat, pissen, kochen, pinkeln, produzieren, verursachen, machen, erregen, gehaltszulage, hochheben, eintreffen, herstellen, wiederbeleben, gestalten, verdienen, zu bauen, bauen, aufbauen, zum Aufbau, aufzubauen