Reduzieren in het nederlands
Vertaling: reduzieren, Woordenboek: duits » nederlands
Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
afdaling, verschieten, uitvallen, storten, verkleinen, verlaging, schemer, beslaan, zetten, val, achteruitgang, inkrimpen, afslaan, inkorten, neervallen, neerdaling, verminderen, reduceren, te verminderen, verlagen
Verwante woorden
Vertalingen
- aufstellung in het nederlands - verslag, uitlisten, toelichting, rapport, exposé, rol, cedel, ...
- auslaufend in het nederlands - outbound, uitgaande, uitgaand, de uitgaande
- befleckte in het nederlands - gebrandschilderde, gebrandschilderd, lood, gebeitst, bevlekte
- feldhase in het nederlands - haas, hazen, hare
Willekeurige woorden
Reduzieren in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: afdaling, verschieten, uitvallen, storten, verkleinen, verlaging, schemer, beslaan, zetten, val, achteruitgang, inkrimpen, afslaan, inkorten, neervallen, neerdaling, verminderen, reduceren, te verminderen, verlagen
Vertalingen: afdaling, verschieten, uitvallen, storten, verkleinen, verlaging, schemer, beslaan, zetten, val, achteruitgang, inkrimpen, afslaan, inkorten, neervallen, neerdaling, verminderen, reduceren, te verminderen, verlagen