Ruf in het nederlands
Vertaling: ruf, Woordenboek: duits » nederlands
Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
schreeuw, befaamdheid, joelen, heten, vermaardheid, brullen, gieren, wenen, schreien, glorie, bulderen, onderscheiding, roepen, noemen, mare, opbellen, reputatie, de reputatie, reputatie van, bekendheid, naam
Verwante woorden
Vertalingen
- erzwingen in het nederlands - afdwingen, aanwenden, toepassen, opleggen, aandoen, benutten, leggen, ...
- initialisierung in het nederlands - initialisatie, initialiseren, de initialisatie, initialisering, het initialiseren
- konkurrent in het nederlands - meedingen, wedijveren, rivaal, concurreren, mededinger, concurrent, deelnemer, ...
- kopulative in het nederlands - koppelwoord, parings-, copulative, paringsbewegingen, copulatie
Willekeurige woorden
Ruf in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: schreeuw, befaamdheid, joelen, heten, vermaardheid, brullen, gieren, wenen, schreien, glorie, bulderen, onderscheiding, roepen, noemen, mare, opbellen, reputatie, de reputatie, reputatie van, bekendheid, naam
Vertalingen: schreeuw, befaamdheid, joelen, heten, vermaardheid, brullen, gieren, wenen, schreien, glorie, bulderen, onderscheiding, roepen, noemen, mare, opbellen, reputatie, de reputatie, reputatie van, bekendheid, naam