Noemen in het duits
Vertaling: noemen, Woordenboek: nederlands » duits
Brontaal:
nederlands
Doeltaal:
duits
Vertalingen:
aufschrei, anführen, name, anführungszeichen, anrufen, telefonieren, vorhersagen, voraussagen, zitat, anbieten, anruf, erwähnung, anführungsstrich, zitieren, benennen, aufruf, Anruf, Aufruf, Gespräch, Ruf
Verwante woorden
Andere Talen
Verwante woorden: noemen
namen noemen, noemen antoniemen, noemen betekenis, noemen duits, noemen duits vervoegen, noemen talen woordenboek duits, noemen in het duits
Vertalingen
- noden in het duits - bitten, einladen, auffordern, Bedürfnisse, Bedürfnissen, Anforderungen, Bedarf
- nodig in het duits - nötig, wichtig, erforderlich, notwendig, not, zwang, notwendigkeit, ...
- noen in het duits - mittägig, mittagszeit, mittag, Mittag, mittags, Uhr, Mittagszeit
- nog in het duits - schon, mild, friedlich, jetzt, geräuschlos, beruhigen, gleichwohl, ...
Willekeurige woorden
Noemen in het duits - Woordenboek: nederlands » duits
Vertalingen: aufschrei, anführen, name, anführungszeichen, anrufen, telefonieren, vorhersagen, voraussagen, zitat, anbieten, anruf, erwähnung, anführungsstrich, zitieren, benennen, aufruf, Anruf, Aufruf, Gespräch, Ruf
Vertalingen: aufschrei, anführen, name, anführungszeichen, anrufen, telefonieren, vorhersagen, voraussagen, zitat, anbieten, anruf, erwähnung, anführungsstrich, zitieren, benennen, aufruf, Anruf, Aufruf, Gespräch, Ruf