Selbständigkeit in het nederlands
Vertaling: selbständigkeit, Woordenboek: duits » nederlands
Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
autarchie, autonomie, zelfvoorziening, zelfbestuur, onafhankelijkheid, de onafhankelijkheid, zelfstandigheid, onafhankelijk, onafhankelijkheid van
Verwante woorden
Vertalingen
- despoten in het nederlands - dictators, de despoten, tirannen
- eindämmung in het nederlands - dijk, kade, waterkering, containment, insluiting, inperking, Insluitings-, ...
- fachbegriff in het nederlands - uitdrukking, vakterm, term, vouw, fold, voudige, voudig, ...
- finanzstark in het nederlands - financieel sterke, financieel sterk, kapitaalkrachtige, financieel krachtige, financieel gezond
Willekeurige woorden
Selbständigkeit in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: autarchie, autonomie, zelfvoorziening, zelfbestuur, onafhankelijkheid, de onafhankelijkheid, zelfstandigheid, onafhankelijk, onafhankelijkheid van
Vertalingen: autarchie, autonomie, zelfvoorziening, zelfbestuur, onafhankelijkheid, de onafhankelijkheid, zelfstandigheid, onafhankelijk, onafhankelijkheid van