Triumph in het nederlands
Vertaling: triumph, Woordenboek: duits » nederlands
Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
triomf, triomferen, zege, zegepraal, victorie, welstand, welslagen, succes, overwinning, zegevieren, bloei, geluk, voorspoed, Triumph, van Triumph
Verwante woorden
Vertalingen
- beweiserhebliche in het nederlands - bewijskracht, bewijsvoering, bewijskrachtige, bewijskracht ten, Bewijsoverwegingen
- erinnerte in het nederlands - herinnerde, herinnerden, herinnerd, onthouden, herinnerde zich
- fallsüchtig in het nederlands - epileptisch, epilepticus, epileptische, epilepsie, epileptica
- feuriger in het nederlands - vurig, Fiery, vurige, de Fiery
Willekeurige woorden
Triumph in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: triomf, triomferen, zege, zegepraal, victorie, welstand, welslagen, succes, overwinning, zegevieren, bloei, geluk, voorspoed, Triumph, van Triumph
Vertalingen: triomf, triomferen, zege, zegepraal, victorie, welstand, welslagen, succes, overwinning, zegevieren, bloei, geluk, voorspoed, Triumph, van Triumph