Verhältnis in het nederlands
Vertaling: verhältnis, Woordenboek: duits » nederlands
Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
verkeer, verband, betrekking, omgang, waarderen, opzicht, verstandhouding, grootte, bloedverwant, kengetal, taxeren, proportie, familiebetrekking, relatie, begroten, dimensie, verhouding, verhouding tussen, verhouding van
Verwante woorden
Vertalingen
- abgestützt in het nederlands - ondersteund, ondersteunde, gesteund, gesteunde, steun
- bäuerin in het nederlands - boerin, boerinneke
- bügelte in het nederlands - gestreken, strijken, gladgestreken, gestreken worden
- gefeit in het nederlands - immuun, onvatbaar, resistent, immuunsysteem, immune, immuunrespons, afweersysteem
Willekeurige woorden
Verhältnis in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: verkeer, verband, betrekking, omgang, waarderen, opzicht, verstandhouding, grootte, bloedverwant, kengetal, taxeren, proportie, familiebetrekking, relatie, begroten, dimensie, verhouding, verhouding tussen, verhouding van
Vertalingen: verkeer, verband, betrekking, omgang, waarderen, opzicht, verstandhouding, grootte, bloedverwant, kengetal, taxeren, proportie, familiebetrekking, relatie, begroten, dimensie, verhouding, verhouding tussen, verhouding van