Versüßen in het nederlands
Vertaling: versüßen, Woordenboek: duits » nederlands
Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
vergulden, verzoeten, verzachten, veraangenamen, zoeten, te zoeten, zoeter
Vertalingen
- anlernen in het nederlands - gevolg, tros, kampeerwagen, coachen, opleiden, trainen, spoortrein, ...
- erdung in het nederlands - aardrijk, grond, aarde, aanaarden, bodem, land, aarding, ...
- gesinnungswandel in het nederlands - gesinnung
- körner in het nederlands - granen, korrels, graan, graangewassen, zaden
Willekeurige woorden
Versüßen in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: vergulden, verzoeten, verzachten, veraangenamen, zoeten, te zoeten, zoeter
Vertalingen: vergulden, verzoeten, verzachten, veraangenamen, zoeten, te zoeten, zoeter