Verwenden in het nederlands

Vertaling: verwenden, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
tewerkstelling, aandoen, aannemen, gewoonte, besteden, leggen, aanwending, werkkring, benutten, gebruik, tewerkstellen, doorvoeren, honk, doel, aanwenden, opleggen, gebruiken, het gebruik, gebruikt, toepassing
Verwenden in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • berechtigung in het nederlands - machtiging, kantoor, bureau, precies, vandehands, goed, autoriteit, ...
  • feuerübersprung in het nederlands - vuur op, brand op, het vuur op, brand aan, op brand
  • imperfekt in het nederlands - toenemend, vooruitstrevend, liberaal, onvolmaakt, verleden tijd, preteritum, praeteritum, ...
Willekeurige woorden
Verwenden in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: tewerkstelling, aandoen, aannemen, gewoonte, besteden, leggen, aanwending, werkkring, benutten, gebruik, tewerkstellen, doorvoeren, honk, doel, aanwenden, opleggen, gebruiken, het gebruik, gebruikt, toepassing