Wirt in het nederlands

Vertaling: wirt, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
herbergier, waard, gastheer, logementhouder, ontvangende, ontvangst, samen, van ontvangst
Wirt in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • apostel in het nederlands - voorvechter, apostel, apostle
  • beurteilen in het nederlands - richter, oordelen, beoordelen, berechten, rechter, schatten, vaststellen, ...
  • fontäne in het nederlands - bron, fontein, welput, kwel, fountain, fontein van, de fontein
  • frohere in het nederlands - gelukkiger, gelukkiger zijn, blijer, vrolijker, hun geluk
Willekeurige woorden
Wirt in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: herbergier, waard, gastheer, logementhouder, ontvangende, ontvangst, samen, van ontvangst