Zigarette in het nederlands

ambulanz in het nederlands - ambulancewagen, ziekenauto, veldhospitaal, ambulance, ziekenwagen, ambulancediensten, ambulances, ...
anführer in het nederlands - hoofd-, heer, hoofd, voornaamste, patroon, aanvoerder, chef, ...
angrinsend in het nederlands - grijnzende, grijnzen, grijnzend, grinnikend, grinning
hartfaserplatte in het nederlands - hardboard, hardboard van, houtvezelplaat, van hardboard

Willekeurige woorden

beweren

boemelen

besmetten in het engels

carrousel in het engels

compiler in het engels

disputeren in het engels

Zigarette in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: doel, arbeiden, sigaret, mikpunt, achterste, kont, zitvlak, bips, sigaretten, van sigaretten, cigarette, sigarettenaansteker