Zukünftig in het nederlands

Vertaling: zukünftig, Woordenboek: duits » nederlands

Brontaal:
duits
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
toekomstig, aankomend, toekomend, toekomst, verschiet, beginnend, aanstaande, toekomstige, de toekomst, de toekomstige
Zukünftig in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • angrenzende in het nederlands - aangrenzend, aangrenzende, grenzend, grenst, naburige
  • geschlecht in het nederlands - sekse, kunne, huishouden, gezin, geslacht, huis, categorie, ...
  • gütige in het nederlands - soort, vorm, aard, vriendelijk, natura
  • kerbte in het nederlands - gescoord, scoorde, scoorden, scoren, scoort
Willekeurige woorden
Zukünftig in het nederlands - Woordenboek: duits » nederlands
Vertalingen: toekomstig, aankomend, toekomend, toekomst, verschiet, beginnend, aanstaande, toekomstige, de toekomst, de toekomstige