Viha in het nederlands

Vertaling: viha, Woordenboek: fins » nederlands

Brontaal:
fins
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
haten, boosheid, gramschap, toorn, animositeit, antagonisme, vijandigheid, vijandschap, verafschuwen, haat, woede, kwaadheid, de woede
Viha in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • viettävyys in het nederlands - geboorte, afdaling, vallen, verschieten, schemering, afkomst, neervallen, ...
  • viettää in het nederlands - langsgaan, fuiven, bedienen, omkomen, helling, mate, banket, ...
  • vihainen in het nederlands - doldriftig, wreed, nijdig, wild, stapel, onmens, verbolgen, ...
  • vihamielinen in het nederlands - vijandelijk, vijandig, vijandige, vijandelijke, vijandig tegenover
Willekeurige woorden
Viha in het nederlands - Woordenboek: fins » nederlands
Vertalingen: haten, boosheid, gramschap, toorn, animositeit, antagonisme, vijandigheid, vijandschap, verafschuwen, haat, woede, kwaadheid, de woede