Écarter in het nederlands

Vertaling: écarter, Woordenboek: frans » nederlands

Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
krijgen, uittreden, vorderen, uittrekken, vergen, rekenen, besmeren, aanbrengen, opheffen, behoeven, uitspreiden, accepteren, opdoeken, verspreiden, aannemen, afvoeren, verspreiding, spreiding, spread, verspreid
Écarter in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • contrister in het nederlands - bedroeven, treuren, verdrieten, treur, bedroeft
  • faucille in het nederlands - sikkel, zicht, sickle, de sikkel, sikkelcel, sikkelvormige
  • fertilisez in het nederlands - gieren, bemesten, mesten, bevruchten, te bevruchten, bevrucht, te bemesten
  • garde-feu in het nederlands - wrijfhout, bumper, Fender, spatbord, stootkussen
Willekeurige woorden
Écarter in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: krijgen, uittreden, vorderen, uittrekken, vergen, rekenen, besmeren, aanbrengen, opheffen, behoeven, uitspreiden, accepteren, opdoeken, verspreiden, aannemen, afvoeren, verspreiding, spreiding, spread, verspreid