Uitspreiden in het frans
Vertaling: uitspreiden, Woordenboek: nederlands » frans
Brontaal:
nederlands
Doeltaal:
frans
Vertalingen:
déployer, étirer, ranch, disposition, augmenter, propager, répartir, départir, dispersé, distribuons, écarter, graisser, propagation, décomposer, élargir, diffuser, diffusion, étalement, épandage, Répandre
Verwante woorden
Andere Talen
Verwante woorden: uitspreiden
definitie uitspreiden, ouderschapsverlof uitspreiden, uitspreiden ander woord, uitspreiden antoniemen, uitspreiden betekenis, uitspreiden talen woordenboek frans, uitspreiden in het frans
Vertalingen
- uitspelen in het frans - jet, darder, projection, jetons, précipiter, projeter, ficher, ...
- uitspraak in het frans - proclamation, liquéfier, propos, scinder, répartir, verdict, résoudre, ...
- uitspreken in het frans - affirmer, rendre, dire, publier, saillant, déclarer, prononcer, ...
- uitspuiten in het frans - rejaillir, injecter, jaillir, gicler, jet, giclement, jaillissement, ...
Willekeurige woorden
Uitspreiden in het frans - Woordenboek: nederlands » frans
Vertalingen: déployer, étirer, ranch, disposition, augmenter, propager, répartir, départir, dispersé, distribuons, écarter, graisser, propagation, décomposer, élargir, diffuser, diffusion, étalement, épandage, Répandre
Vertalingen: déployer, étirer, ranch, disposition, augmenter, propager, répartir, départir, dispersé, distribuons, écarter, graisser, propagation, décomposer, élargir, diffuser, diffusion, étalement, épandage, Répandre