Échapper in het nederlands

Vertaling: échapper, Woordenboek: frans » nederlands

Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
ontkomen, ontwijken, ontsnapping, weglopen, ontgaan, lek, ontsnappen, ontvluchten, wegrennen, mijden, drossen, vermijden, escape, te ontsnappen
Échapper in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • bienfaiteur in het nederlands - weldoener, benefactor, donateur, begunstiger, weldoenster
  • dégénérer in het nederlands - verbasteren, ontaarden, degenereren, gedegenereerd, ontaard, gedegenereerde
  • imbrication in het nederlands - overlapping
Willekeurige woorden
Échapper in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: ontkomen, ontwijken, ontsnapping, weglopen, ontgaan, lek, ontsnappen, ontvluchten, wegrennen, mijden, drossen, vermijden, escape, te ontsnappen