Appréhender in het nederlands

Vertaling: appréhender, Woordenboek: frans » nederlands

Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
aangeven, aandraaien, verstaan, inhalen, spijkeren, nagel, vorderen, record, begrijpen, beseffen, waardering, bevestigen, vernemen, draadnagel, aanhouding, bepalen, vatten, aanhouden, arresteren, te vatten
Appréhender in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • appréhende in het nederlands - apprehends
  • appréhendent in het nederlands - begrijpen, vatten, vrezen, vrees, duchten, schrik, angst
  • appréhendez in het nederlands - begrijpen, vatten, aanhouden, arresteren, te vatten
  • appréhendons in het nederlands - vatten, begrijpen, aanhouden, arresteren, te vatten
Willekeurige woorden
Appréhender in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: aangeven, aandraaien, verstaan, inhalen, spijkeren, nagel, vorderen, record, begrijpen, beseffen, waardering, bevestigen, vernemen, draadnagel, aanhouding, bepalen, vatten, aanhouden, arresteren, te vatten