Déduire in het nederlands
Vertaling: déduire, Woordenboek: frans » nederlands
Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
collecteren, wegnemen, meetellen, bijeenbrengen, korting, dok, abstraheren, graaf, ritsen, vergaderen, abstractie, afwikkelen, rapen, inzamelen, plukken, afhandelen, aftrekken, aftrek, aftrek van, trekken, af te trekken
Verwante woorden
Vertalingen
- déductif in het nederlands - deductief, deductieve, van deductieve, de deductieve, deductie
- déduction in het nederlands - gevolgtrekking, afloop, besluiten, afleiden, argument, concluderen, conclusie, ...
- déduis in het nederlands - deduceren, abstraheren, afleiden, verzamelen, vergaren, te verzamelen, verzamelen van, ...
- déduisant in het nederlands - aftrek, aftrek van, mindering, mindering te brengen, af te trekken
Willekeurige woorden
Déduire in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: collecteren, wegnemen, meetellen, bijeenbrengen, korting, dok, abstraheren, graaf, ritsen, vergaderen, abstractie, afwikkelen, rapen, inzamelen, plukken, afhandelen, aftrekken, aftrek, aftrek van, trekken, af te trekken
Vertalingen: collecteren, wegnemen, meetellen, bijeenbrengen, korting, dok, abstraheren, graaf, ritsen, vergaderen, abstractie, afwikkelen, rapen, inzamelen, plukken, afhandelen, aftrekken, aftrek, aftrek van, trekken, af te trekken