Défiler in het nederlands
Vertaling: défiler, Woordenboek: frans » nederlands
Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
ontheiligen, lijn, koorde, stemband, pronken, pralen, paraderen, snoer, touw, prijken, snaar, profaneren, afkraken, ontwijden, passeren, overgaan, voorbijgaan, pas, doorgeven
Verwante woorden
Vertalingen
- défigurés in het nederlands - bedorven, verminkt, misvormd, misvormde, vervormd
- défilement in het nederlands - scrollen, scrolling, scrollende, het scrollen, te bladeren
- défilé in het nederlands - kanaal, marcheren, ravijn, passeren, prijken, processie, omgang, ...
- définie in het nederlands - gedefinieerd, gedefinieerde, omschreven, bepaald, vastgesteld
Willekeurige woorden
Défiler in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: ontheiligen, lijn, koorde, stemband, pronken, pralen, paraderen, snoer, touw, prijken, snaar, profaneren, afkraken, ontwijden, passeren, overgaan, voorbijgaan, pas, doorgeven
Vertalingen: ontheiligen, lijn, koorde, stemband, pronken, pralen, paraderen, snoer, touw, prijken, snaar, profaneren, afkraken, ontwijden, passeren, overgaan, voorbijgaan, pas, doorgeven