Mâchurer in het nederlands

Vertaling: mâchurer, Woordenboek: frans » nederlands

Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
bezoedelen, smet, bekladden, vlek, smetten, zwart maken, zwart worden, zwart te, zwart te maken
Mâchurer in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • chauffent in het nederlands - warm, heet, warme, hete, hot
  • entraînée in het nederlands - driven, aangedreven, gedreven, gereden, verdreven
  • ermite in het nederlands - eenzaam, verlaten, kluizenaar, louter, alleen, bloot, enkel, ...
Willekeurige woorden
Mâchurer in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: bezoedelen, smet, bekladden, vlek, smetten, zwart maken, zwart worden, zwart te, zwart te maken