Parler in het nederlands

Vertaling: parler, Woordenboek: frans » nederlands

Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
omgekeerd, aanvragen, converseren, taal, babbelen, volslagen, praten, toespraak, zuiver, regelen, monding, kanselrede, ontlokken, spreektrant, puur, voordracht, spreken, spreek, spreekt, te spreken
Parler in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • anachorète in het nederlands - heremiet, kluizenaar, anchorite, anachoreet
  • derrière in het nederlands - doel, vermetelheid, per, tegen, grootbrengen, tot, plaats, ...
  • désireux in het nederlands - ongerust, nerveus, bang, begerig, verlekkerd, bezorgd, zenuwachtig, ...
  • fac in het nederlands - façade, voorgevel, gevel, pui, voorpui, front, voorkant, ...
Willekeurige woorden
Parler in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: omgekeerd, aanvragen, converseren, taal, babbelen, volslagen, praten, toespraak, zuiver, regelen, monding, kanselrede, ontlokken, spreektrant, puur, voordracht, spreken, spreek, spreekt, te spreken