Réduire in het nederlands
Vertaling: réduire, Woordenboek: frans » nederlands
Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
bekorten, druppel, herfst, snoeien, minderen, afnemen, annuleren, waterdruppel, spenderen, bedaren, dalen, hellen, schemerdonker, afdaling, luwen, vallen, bezuinigen, bezuinigd, terugknippen, te bezuinigen, inkrimpen
Verwante woorden
Vertalingen
- assaisonner in het nederlands - tenue, specerij, seizoen, adapteren, afstemmen, kruid, aanbrengen, ...
- baigner in het nederlands - vlieten, lopen, wateren, overstroming, watervloed, stroom, pis, ...
- chasseur in het nederlands - jager, conciërge, vechter, portier, Hunter, jagers, jager van
- encourues in het nederlands - opgelopen, gemaakt, gemaakte, kosten, aangegaan
Willekeurige woorden
Réduire in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: bekorten, druppel, herfst, snoeien, minderen, afnemen, annuleren, waterdruppel, spenderen, bedaren, dalen, hellen, schemerdonker, afdaling, luwen, vallen, bezuinigen, bezuinigd, terugknippen, te bezuinigen, inkrimpen
Vertalingen: bekorten, druppel, herfst, snoeien, minderen, afnemen, annuleren, waterdruppel, spenderen, bedaren, dalen, hellen, schemerdonker, afdaling, luwen, vallen, bezuinigen, bezuinigd, terugknippen, te bezuinigen, inkrimpen