Unisson in het nederlands - Vertaling / Woordenboek frans

apogée in het nederlands - kronen, toppunt, geleiden, directeur, postuur, leiden, neus, ...
galle in het nederlands - gal, schaafwond, Gall, lef, galblaas
greffé in het nederlands - geënt, geënte, enten, getransplanteerd, getransplanteerde

Willekeurige woorden

bastion

donker

beschermer in het engels

landman in het engels

leger in het engels

rekenmachine in het engels

vaartuig in het engels

vilt in het engels

Unisson in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: schikking, verbintenis, samenklank, overeenstemming, overeenkomst, verdrag, afspraak, harmonie, akkoord, eendracht, koor, unisono, eenstemmig, unison