Vêtir in het nederlands
Vertaling: vêtir, Woordenboek: frans » nederlands
Brontaal:
frans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
bekleden, tenue, investeren, aankleden, inhuldigen, beleggen, kleden, te kleden, kleedt, bekleedt
Verwante woorden
Vertalingen
- affilée in het nederlands - rechtdoor, recht, rechtstreeks, direct, rechte
- anoblie in het nederlands - veredeld, adelstand verheven, ennobled, de adelstand verheven, geadeld
- appelâmes in het nederlands - noemde hem, riep hem, noemden hem, belde hem, riepen hem
- bizarrement in het nederlands - vreemd, vreemd genoeg, eigenaardig, merkwaardig, raar
Willekeurige woorden
Vêtir in het nederlands - Woordenboek: frans » nederlands
Vertalingen: bekleden, tenue, investeren, aankleden, inhuldigen, beleggen, kleden, te kleden, kleedt, bekleedt
Vertalingen: bekleden, tenue, investeren, aankleden, inhuldigen, beleggen, kleden, te kleden, kleedt, bekleedt