Opremiti in het nederlands

oprema in het nederlands - plant, optuigen, optakelen, tandwiel, aanplanten, gewas, fabriek, ...
opreme in het nederlands - uitrusting, accommodatie, inrichting, apparatuur, materieel, materiaal, machines
opresivne in het nederlands - drukkend, onderdrukkend, benauwend, onderdrukkende, beklemmende
oprez in het nederlands - waarschuwing, voorzichtigheid, waarschuwen, voorzichtig, omzichtigheid, nodige voorzichtigheid

Willekeurige woorden

bewonen

journaliste

ontmanteling in het engels

roest in het engels

woedend in het engels

Opremiti in het nederlands - Woordenboek: kroatisch » nederlands
Vertalingen: uitrusten, part, toerusten, aanstellen, portie, gedeelte, benoemen, uitvoeren, stuk, rusten, uit te rusten, te rusten