Fascia in het nederlands

Vertaling: fascia, Woordenboek: latijn » nederlands

Brontaal:
latijn
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
beugel, lint, troep, verband, band, bende, gordel, riem, kapel, strook, zwachtel, streep, wapenbalk, orkest, ring, ceintuur
Fascia in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • familiaritas in het nederlands - ding, affaire, aangelegenheid, zaak
  • fas in het nederlands - rechtmatig, wettig, legitiem
  • fascis in het nederlands - pak, bundel, bos, schoof, pakje, wis, garf, ...
  • fastidium in het nederlands - hekel, weerzin, tegenzin, antipathie, afkeer, walg, afschrik, ...
Willekeurige woorden
Fascia in het nederlands - Woordenboek: latijn » nederlands
Vertalingen: beugel, lint, troep, verband, band, bende, gordel, riem, kapel, strook, zwachtel, streep, wapenbalk, orkest, ring, ceintuur