Tracto in het nederlands

Vertaling: tracto, Woordenboek: latijn » nederlands

Brontaal:
latijn
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
administreren, onderhandelen, beheren, hengsel, dirigeren, versnapering, kruk, handvat, bespreken, oor, discuteren, richten, snoepgoed, behandelen, toedienen, mennen
Tracto in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • tolero in het nederlands - aanhouden, duren, toelaten, voortbrengen, verdragen, lijden, beklijven, ...
  • tonsor in het nederlands - barbier
  • tractus in het nederlands - beterschap, dessin, werkje, vooruitgang, voortgang, tekening, schets, ...
  • transitus in het nederlands - kruising
Willekeurige woorden
Tracto in het nederlands - Woordenboek: latijn » nederlands
Vertalingen: administreren, onderhandelen, beheren, hengsel, dirigeren, versnapering, kruk, handvat, bespreken, oor, discuteren, richten, snoepgoed, behandelen, toedienen, mennen