Aplaupīt in het nederlands
Vertaling: aplaupīt, Woordenboek: lets » nederlands
Brontaal:
lets
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
plunderen, stropen, roven, buitmaken, beroven, bestelen, Rob, te beroven
Vertalingen
- apkārtne in het nederlands - buurt, nabijheid, omgeving, omstreken, de omgeving, kader, omgeving te
- aplams in het nederlands - mis, onwaar, foutief, onjuist, fout, verkeerd, dwaas, ...
- aplausi in het nederlands - applaus, bijval, het applaus, toejuiching
- aplenkums in het nederlands - belegering, beleg, belegerd, siege, bezetting
Willekeurige woorden
Aplaupīt in het nederlands - Woordenboek: lets » nederlands
Vertalingen: plunderen, stropen, roven, buitmaken, beroven, bestelen, Rob, te beroven
Vertalingen: plunderen, stropen, roven, buitmaken, beroven, bestelen, Rob, te beroven