Sāpēt in het nederlands
Vertaling: sāpēt, Woordenboek: lets » nederlands
Brontaal:
lets
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
knap, doortrapt, zeer, vrijpostig, elegant, pijn, aangeschoten, blessure, listig, letsel, gewiekst, beschadigen, verwonding, afbreuk, levendig, intelligent, ache, pijn van, buikpijn, pijn in
Verwante woorden
Vertalingen
- sāncensis in het nederlands - wedstrijd, wedijveren, concurrentie, wedijver, concurrent, mededinger, match, ...
- sāpes in het nederlands - straf, leed, pijn, hinder, wee, zeer, de pijn, ...
- sāpīgs in het nederlands - dol, aanbod, zweer, teder, cru, gevoelig, zacht, ...
- sārms in het nederlands - alkali, alkali-, alkalische, alkalimetaal
Willekeurige woorden
Sāpēt in het nederlands - Woordenboek: lets » nederlands
Vertalingen: knap, doortrapt, zeer, vrijpostig, elegant, pijn, aangeschoten, blessure, listig, letsel, gewiekst, beschadigen, verwonding, afbreuk, levendig, intelligent, ache, pijn van, buikpijn, pijn in
Vertalingen: knap, doortrapt, zeer, vrijpostig, elegant, pijn, aangeschoten, blessure, listig, letsel, gewiekst, beschadigen, verwonding, afbreuk, levendig, intelligent, ache, pijn van, buikpijn, pijn in