Skaņa in het nederlands

Vertaling: skaņa, Woordenboek: lets » nederlands

Brontaal:
lets
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
klinken, toon, overgaan, slaan, luiden, gaan, gerucht, weerklinken, kleppen, gezond, geluid, klinkt, sound
Skaņa in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • skaļrunis in het nederlands - spreker, luidspreker, luidsprekers, de luidspreker, luidspreker van
  • skaļš in het nederlands - luidruchtig, lawaaierig, schel, rumoerig, hard, opzichtig, luid, ...
  • skelets in het nederlands - geraamte, omlijsten, lijst, karkas, vatten, raam, skelet, ...
  • skepticisms in het nederlands - scepticisme, scepsis, sceptisch, het scepticisme, kritische
Willekeurige woorden
Skaņa in het nederlands - Woordenboek: lets » nederlands
Vertalingen: klinken, toon, overgaan, slaan, luiden, gaan, gerucht, weerklinken, kleppen, gezond, geluid, klinkt, sound