Transportēt in het nederlands

Vertaling: transportēt, Woordenboek: lets » nederlands

Brontaal:
lets
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
overbrengen, schip, opzenden, opsturen, expediëren, voeren, vervoer, vaartuig, boot, dragen, verzenden, versturen, voorhebben, verdragen, afzenden, sturen, transport, transport-, vervoeren, verkeersverbindingen
Transportēt in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • transformators in het nederlands - transformator, transformer, trafo, de transformator, transformatoren
  • transports in het nederlands - vervoer, voorhebben, circulatie, voeren, transport, passage, omloop, ...
  • tranzistors in het nederlands - tor, transistor, de transistor, transistorradio
  • traucējums in het nederlands - schaduwzijde, minpunt, nadeel, wanorde, stoornis, aandoening, ziekte, ...
Willekeurige woorden
Transportēt in het nederlands - Woordenboek: lets » nederlands
Vertalingen: overbrengen, schip, opzenden, opsturen, expediëren, voeren, vervoer, vaartuig, boot, dragen, verzenden, versturen, voorhebben, verdragen, afzenden, sturen, transport, transport-, vervoeren, verkeersverbindingen